Over Patisserie Van Lith
Toen ik als kind leerde marsepeinfiguurtjes en bavarois te maken met mijn grootvader Adrianus, waren het niet alleen de technieken die mij boeiden maar vooral de verhalen die hij vertelde over zijn jeugd en zijn werk als bakker in de bakkerij van zijn vader in Etten Leur (Noord Brabant). Als oudste zoon in een gezin met 4 kinderen werd er van hem verwacht dat hij de bakkerij zou voortzetten, en ging hij dus op kostschool naar de banketbakkersopleiding in Voorhout (bij Leiden). Ook al stopte hij na zijn huwelijk al met het bakkersvak, hij bleef ontzettend trots op wat hij allemaal geleerd had en hij bleef de technieken vaardig. Ik had geluk om deze van hem te kunnen leren, marsepeinen figuurtjes maken, vlaaien, bavarois, etc. De ontelbare keren dat wij samen naar de foto’s van zijn opleiding en zijn afstudeerproject keken zal ik nooit vergeten.
Een beknopte voorgeschiedenis:
Aanvankelijk waren mijn voorouders molenaars, onder andere in Rosmalen, Zevenbergsche Hoek en Leur. De laatste molenaar Adrianus van Lith (1799-1847) kreeg uit zijn 1e huwelijk 5 kinderen waarvan er 1 bakker werd. Uit zijn 2e huwelijk kreeg hij nog eens 5 kinderen, waarvan er 2 bakker werden. Theo van Lith (1841-1877), de oudste zoon, kreeg in 1862-1863 zelfs een bakkersopleiding in Antwerpen, en werd daarna bakker in Rotterdam. Zijn broer Albertus van Lith (1845-1924) opende in het voorjaar van 1870 een bakkerij in Leur (Noord Brabant), en hij is mijn bet-bet-overgrootvader. Na hem ging de bakkerij over naar de volgende generaties: Adrianus van Lith (1873-1951), Jan van Lith (1906-1983) en mijn grootvader Adrianus van Lith (1935-2020).
​
​
Op de foto hieronder uit 1912 staan Albertus van Lith (rechts), Adrianus van Lith (links),
en Jan van Lith als 6 jarige (links)